Begin februari 2024 was het dan eindelijk zo ver! Na een lange, lange vlucht komen we vroeg in de ochtend aan in het land dat al sinds jaar en dag nummer één stond op mijn bucketlist: Japan! Land van de rijzende zon, en het zonnetje was ook direct van de partij om ons te verwelkomen.

Omdat we het niet zagen zitten na een slapeloze vlucht van veertien uur ons ongetraind in het ingewikkelde metrostelstel van Japan te storten, had ik thuis al een taxi geboekt om ons naar het hotel te brengen. Dat bleek een geweldig idee, een heerlijk stille taxi reed ons in een uur over de brandschone wegen rechtstreeks naar ons torenhoge hotel, waar wij onze intrek namen op een kamer op de 23e verdieping. Niet de hoogste verdieping van het hotel, maar een poging om te zien hoe het uitzicht van daaruit was, strandde in de lift: de lift moest bediend worden met je sleutelkaart en die herkende automatisch op welke verdieping je sliep. Drukken op een andere knop hielp niet: geen toegang. Een eerste kennismaking met de Japanse voorliefde voor technische snufjes en organisatie.

Ons hotel was gelegen in Sunshine City, een overdekt winkelcentrum in de wijk Ikebukuro. Hoewel ik niet zo’n shopper ben, bleek dat een geweldige bestemming voor een eerste dag in Japan. Met wazig jetlag hoofd lieten we de koffers achter in het hotel en liepen we via een zijdeur zo het winkelcentrum in. Het was lunchtijd, hoewel het voor ons lichaam eigenlijk ergens heel vroeg in de ochtend was, maar onze magen waren blijkbaar de draad kwijt, want we hadden honger. Een tweede kennismaking met Japans organisatietalent: bij elk restaurantje stonden keurige rijen mensen, soms zaten ze op stoeltjes in de gang. Het bleek zo te werken dat je je naam kon opgeven bij het restaurant van je keuze en dan kon wachten. Als er een plek vrij kwam, werd de eerste op de lijst opgeroepen. Wij hadden te veel honger en geen zin om te wachten, dus we zochten net zo lang tot we iets vonden wat nog plek had. Het bleek een Thais restaurantje. Niet echt Japans dus, maar wel meteen met stokjes eten. Het smaakte ons prima.

Ondertussen had ik ook al een derde kennismaking met Japanse technologie: het Japanse toilet. De moeite waard om de ervaring even te beschrijven: je gaat zitten. Dat kan gewoon, want in 99% van de gevallen is het toilet in Japan echt SCHOON. En dan komt de verrassing, een heerlijk verwarmde bril! Het lijkt niet zo bijzonder, maar later zouden we merken hoe lekker dat is als het buiten koud is… En dan het toetsenbord naast de bril: knopjes om je van onderen te douchen, waarbij je dan kan regelen hoe hard, hoe warm en hoe breed de straal is. Plus je kan de richting bepalen, mikken op de juiste plek. Ik dacht dat ik het niks zou vinden, maar ook dat bleek heerlijk. En dan is er vaak nog de privacyknop. Als je het gênant vindt dat anderen je horen plassen, dan druk je die in. Instant watervalgeluiden die alles wat jij produceert makkelijk overstemmen!

Wat een indrukken al, binnen een paar uurtjes. Nog vele zouden volgen, maar daarover later meer. Maar wat nog rest is die grote vraag: waarom hebben wij in Nederland niet zulke toiletten? We importeren de gekste dingen, maar waarom dit dan niet…

Meer Zandkorrels over …